Oberes Belvedere & de Österreichische Galerie des 19. und 20. Jahrhunderts
Het Belvedere bestaat uit de paleizen Oberes Belvedere en Unteres Belvedere en uitgestrekte tuinen. Oberes Belvedere biedt onderdak aan de indrukwekkende Österreichische Galerie des 19. und 20. Jahrhunderts. Dit museum is wereldberoemd door haar schitterende Oostenrijkse kunstwerken uit de negentiende en de twintigste eeuw. De vermaarde Gustav Klimt-collectie is ondergebracht in diverse zalen. Hoogtepunten daarvan vormen De kus en Judith I. Schiele en Oskar Kokoschka zijn eveneens bijzonder goed vertegenwoordigd. Zowel wat kwaliteit als wat kwantiteit betreft is de Schiele-collectie uitmuntend. Het enige museum dat zich daaraan kan spiegelen is het Leopold Museum, eveneens in Wenen.
Klimt; de kus
De naam van het museum, Österreichische Galerie des 19. und 20. Jahrhunderts, doet niet vermoeden dat ook schitterende werken van niet-Oostenrijkse kunstenaars aanwezig zijn. Daartoe behoort kunst van onder meer van Gogh, Courbet, Rodin, Degas, Manet, Monet en Renoir. Diverse stijlen en stromingen zijn vertegenwoordigd, waaronder het classicisme, vormen van historisme, een biedermeier-collectie (o.m. doeken van F. Waldmüller), Jugendstil en impressionisme. De begane grond wordt gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen.
Façade Oberes Belvedere
Oberes Belvedere is een schitterend representatief zomerpaleis gebouwd in 1721-1723 in opdracht van prins Eugenius. Het originele ontwerp is voorzien van een rijkelijk gedecoreerde façade. Het paleis is zeer ritmisch geleed door vooruitspringende en terugwijkende onderdelen en verspringende daken. De daken op de zijpaviljoens lijken op Turkse tenten als verwijzing naar de militaire overwinning van prins Eugenius. Beelden en oorlogstrofeeën herinneren eveneens aan zijn successen.
Sala Terrena
Het interieur van Oberes Belvedere is verschillende keren opnieuw aangekleed. Nieuwe eigenaren en wisselende functies liggen daaraan ten grondslag. Het in 1752 door de Habsburgers verworven paleis heeft onder meer gefunctioneerd als tentoonstellingsruimte voor de Keizerlijke schilderijencollectie (tussen 1781 en 1891) en vanaf 1897 als het onderkomen van de in 1914 vermoorde troonopvolger Franz Ferdinand. Het trappenhuis, de Sala Terrena en de Schlosskapelle zijn vrij ongeschonden overgeleverd. In de Sala Terrena worden tegenwoordig de toegangskaarten verkocht. Deze schitterende ruimte geeft toegang tot het monumentale trappenhuis. De wanden en plafonds zijn uitgerust met stucwerk van Santino Bussi. Atlanten van Lorenzo Mattielli dragen het gewelf. Goud, wit en bruin zijn de dominerende kleuren in het interieur van de Schlosskapelle. Het altaarstuk van Francesco Solimena met de Wederopstanding als onderwerp (1723) neemt een centrale plaats in. De kapel was verbonden met privé-vertrekken van prins Eugenius. De hoofdingang van Oberes Belvedere is voorzien van gracieuze ijzeren hekken van Arnold en Konrad Küffner. De daarin verwerkte S verwijst naar Savoye en het Savoye kruis.
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |