Heldenzeitalter
de periode van de hoog-barok (late barok en rococo)
In de achttiende eeuw behoorde Wenen bij de rijkste steden van Europa. De welvaart vormde de basis voor de groei van de stad en de ontplooiing tot een zeer invloedrijk cultureel centrum. De omvang van Wenen verdubbelde enkele keren terwijl het inwonersaantal steeg van ongeveer 80.000 rond 1700 tot 207.000 rond 1790. Deze bloeiperiode wordt wel de Heldenzeitalter genoemd. Dit tijdperk valt samen met de periode van de hoog-barok.
Opeenvolgende militaire overwinningen vormden de basis voor de Heldenzeitalter. Deze periode van voorspoed begon in 1683, met de door Prins Eugenius van Savoye gebroken Turkse belegering. Deze held speelde ook een grote rol in de daaropvolgend militaire successen, waarbij de Fransen naar het westen werden teruggedrongen en de Turken naar het oosten. Het Habsburgse Huis verwierf zo Hongarije en het grootste deel van Slovenië en Kroatië. Door deze militaire overwinningen kwam de voormalige grensstad middenin een groot rijk te liggen. Prins Eugenius werd dankzij zijn heldendaden de invloedrijkste adviseur van de Habsburgse keizers, president van de Habsburgse oorlogsraad en tussen 1714 en 1724 de stadhouder van de Spaanse Nederlanden. Dat hij niet alleen machtig was, maar ook zeer rijk blijkt uit zijn rol als bouwheer van Schloss Belvedere en het Winterpalais in Wenen.
Het Habsburse Rijk kreeg ook te maken met diverse ongunstige buitenlandse ontwikkelingen. Daartoe behoort het conflict dat ontstond na de dood van de Habsburgs-Spaanse koning Karel II, de zogenoemde Spaanse Successie-oorlog (1701-1717). De Franse koning Louis XIV eiste de Spaanse troon op voor zijn kleinzoon Philippe d’Anjou terwijl Keizer Leopold II aanspraak op Spanje maakte voor zijn zoon Karel door zijn huwelijk met een zuster van Karel II. Uit vrees voor de machtsuitbreidende Habsburgers sloten Engeland en de Noord Nederlandse Republiek een verdrag in 1713, de Vrede van Utrecht. Het maakte een einde aan de Spaanse Successieoorlogen. De Habsburgers moesten afstand doen van de Spaanse kroon. Enkele Spaanse gebieden kwamen wel in hun handen; onder meer de Zuidelijke Nederlanden, Napels en Sicilië. Na de Poolse successie-oorlog (1735-1738) raakte het Habsburgse Huis Napels en Sicilië kwijt. Veel van het bij de Vrede van Passarowitz (1718) verkregen Balkangebied ging verloren bij de vrede van Belgrado (1739).
Onder de in 1711 tot keizer gekroonde Karel VI kwam in Wenen een enorme bouwwoede tot stand. De stad veranderde in een luisterrijke barokke keizerstad. Rond de Hofburg rezen herenhuizen voor adellijke families uit de grond. De adel en de vermogende burgers lieten ook zomerpaleizen bouwen in de voorsteden, zoals de Belvedere-paleizen. De Linienwall werd gerealiseerd als verdedigingswerk voor de voorsteden. Johann Bernhard Fischer von Erlach en Johann Lukas von Hildebrandt waren de richtinggevende architecten. Na 1720 kwam een classicistische trend in de paleis-architectuur in zwang als reactie op de zogenaamde Keizerbarok. Deze pompeuze en imponerende barokstijl wordt zo genoemd omdat de Habsburgers als opdrachtgevers de toon hadden gezet.
Franz Xaver Messerschmmidt; Maria Theresia, circa 1765
Karel VI was de laatste mannelijke vertegenwoordiger van dit geslacht. Omdat zijn rijk ook door vrouwelijke leden van het Habsburgse geslacht geërfd kon worden stelde hij in 1713 de ‘Pragmatische Sanktion’ in. Daarna, in 1717, werd Maria Theresia geboren. Zij kwam in 1740 aan de macht. Haar opvolging werd door keurvorst Karl Albert van Beieren niet erkend met de zogenaamde Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748) als gevolg. Door deze strijd verloor het Habsburgse Huis Praag. De Pruisische koning Friederich II maakte gebruik van de situatie en startte twee maal (1740-1742 en 1744-1745) een oorlog om het Habsburgse Silezië in te lijven. Haar positie werd versterkt door de kroning van haar echtgenoot, Franz Stephan van Lotharingen, in 1745 tot de Duits-Rooms keizer Franz I. Toch verloor de keizerlijke familie Silizië en grote gebieden in Spanje met de in 1748 getekende vrede van Aken.
Maria Theresia stond als wijs en zuinig bekend. Met uitzondering van de verbouwing van Schönbrunn gaf zij geen opdrachten tot grote bouwprojecten. Haar lange regeringsperiode ging gepaard met welvaart en verstandig bestuur. Bovenal hervormde en moderniseerde zij het rijk ingrijpend. De meeste door haar ingevoerde maatregelingen versterkten overigens ook de macht van de monarchie. Tot de ingrijpendste vernieuwingen behoorde het centraliseren van de Habsburgse landen en de scheiding van wetgevende en controlerende macht. De reorganisatie van onderwijs en wetenschappen verliep bijzonder succesvol. De universiteitspoorten gingen open voor internationaal vermaarde onderzoekers dankzij de opheffing van de jezuïetenorde, die tot dat moment het onderwijs en het onderzoek vorm gaven. Gerard van Swieten, een Hollandse arts die in 1745 naar Wenen werd gehaald, richtte de eerste kliniek op en tevens de Ältere Wiener Medizinische Schule. De keizerin liet ook de Theresiaanse Ridderacademie en de Oriëntaalse Academie oprichten om adellijke jongelui voor diplomatieke betrekkingen klaar te stomen. Op artistiek vlak stimuleerde ze vooral muziek en toneel. Haar echtgenoot, Franz Stephan, had zijn hele hof, inclusief kunstenaars, uit Lotharingen meegebracht. De Franse invloed op de architectuur en beeldende kunsten was groot.
Jozeph II werd in 1765 benoemd tot Duitse keizer en mederegent van zijn moeder. Hij opende in 1766 het voormalige keizerlijke wildpark, de Prater, voor publiek en in 1775 de Augarten. De keizer was verantwoordelijk voor veel hervormingen. De ingrijpendste voerde hij uit na de dood van zijn moeder in 1780. Daartoe behoort het Tolerantie-edict uit 1781 en zijn bevel tot de opheffing van contemplatieve orden en kloosters in 1782. Paus Pius VI probeerde deze hervormingen ongedaan te maken en kwam daarvoor naar Wenen in 1782. Jozef II stichtte in 1784 het Allgemeines Krankenhaus en Narrenturm. Ondanks voorzieningen op het gebied van de volksgezondheid en vele andere zaken waarmee hij de positie van de gewone mensen verbeterde was de verlichte keizer niet geliefd bij zijn onderdanen. Vooral bij de adel was hij impopulair doordat hij bankiers en industriëlen titels verleende.
Waar is in Wenen de Barok te beleven?
In het centrum van Wenen bevinden zich opmerkelijk veel barokke gebouwen. Vooral in de Naglergasse en de Kurrentgasse zijn fraaie barokhuizen te zien. Eveneens zijn vele kerken gebouwd of verbouwd in barokstijl. Aan de belangrijkste Weense bouwwerken in deze stijl hebben we aparte pagina’s gewijd. Daartoe behoren de Belvedere-paleizen, met onder meer een Barokmuseum in Schloss Belvedere, de Karlskirche, Zomerresidentie Schönbrunn,
en het Hofburg-complex met de Prunksaal, de Winterreitschule en de Leopoldinischer Trakt .
De invloedrijkste in Wenen werkzame barok-architecten zijn de hofbouwmeesters Fischer von Erlach en Von Hildebrandt. De belangrijkste Weense schilders uit dit tijdperk zijn Johann Michael Rottmayr, Daniel Gran en Franz Anton Maulbertsch. Hun schilderingen versieren wanden en plafonds van paleizen en kerken. Georg Rafael Donner en Franz Xaver Messerschmidt zijn de bekendste barokke beeldhouwers.
Palais Lobkowitz
Palais Lobkowitz is vervaardigd voor graaf von Dietrichstein, maar draagt tegenwoordig de naam van de familie die het paleis in 1753 heeft verworven. Het grote stadspaleis is door keizerlijke bouwmeester en hofingenieur Giovanni Pietro Tencala gebouwd in 1685-1687. In de façade is hij erin geslaagd variatie en rijkelijk veel decoratie samen te laten gaan met een gereserveerde waardigheid. Tencala heeft eveneens de Leopoldinischer Trakt ontworpen.
Palais Lobkowitz is in 1710 verbouwd door Johann Bernhard Fischer von Erlach. Hij heeft de attiek met figurenbalustrade toegevoegd en een nieuw portaal. Sinds 1991 is in het paleis het Oostenrijks Theatermuseum ondergebracht. In dit museum is een model van het eerste Hofburgtheater en de Eroica-Saal (1724-1729) te zien. In de Eroica-Saal vonden veel premières van het werk van Beethoven plaats.
Stadtpalais Liechtenstein
In 1694 is voor graaf Daminik Kaunitz een paleis gebouwd naar het ontwerp van Domenico Martinelli. Het betrof een Romeins ogend gebouw van vier verdiepingen rond een vierkante binnenplaats. Nog in het zelfde jaar werd het onvoltooide gebouw verkocht aan vorst Johann Adam von Liechtenstein. Hij nam Gabriel de Gabrieli aan om het bouwwerk te voltooien. Het project werd in 1705 afgerond
Tuinpaleis Liechtenstein
Tuinpaleis Liechtenstein (9, Fürstengasse 2) is ontworpen door Domenico Martinelli voor vorst Johann Adam von Liechtenstein. De werkzaamheden aan dit zomerpaleis met gevels in Palladiaanse stijl zijn in 1704 afgerond. Het interieur biedt onderdak aan een grote trap met fresco’s, de Herculeshal en een neoklassieke bibliotheek.
Tegenwoordig doet het gebouw dienst als museum. De kunstcollectie van prins Hans-Adamm II von und zu Liechtenstein is erin ondergebracht. Deze collectie bevat vooral barokkunstwerken, waaronder diverse schilderijen van Rubens.
Winterpalais van prins Eugenius
Het Winterpalais behoort tot de mooiste barokbouwwerken van Wenen. De binnenplaats en het groots opgezette trappenhuis zijn toegankelijk voor publiek. De trappen verbinden op vernuftige wijze verschillende ruimten. De fresco’s en het beeldhouwwerk in het trappenhuis zijn uitgerust met indrukwekkende mythologische figuren, waaronder Hercules en atlanten. Zij verwijzen naar de heldendaden van de opdrachtgever, prins Eugenius van Savoye. Het Winterpaleis is vanaf 1695 gebouwd. Op de bouwlocatie bevonden zich oudere gebouwen waarvan onderdelen verwerkt zijn in de nieuwbouw. De bouw begon onder leiding van Johann Bernhard Fischer von Erlach. In 1702 nam Johann Lukas von Hildebrandt de leiding over. Hildebrandt heeft het ontwerp van Fischer von Erlach grotendeels nageleefd. Op verzoek van de opdrachtgever heeft hij wel extra ruimte gecreëerd door vleugels toe te voegen. De oostelijke galerijvleugel is in 1708 voltooid en de ander in 1724. In 1752 koopt Maria Theresia het Winterpalais voor de staat. Tegenwoordig functioneert het als het Bundesministerium für Finanzen.
Böhmische Hofkanzlei
De voormalige Böhmische Hofkanzlei (1, Wipplingerstrasse 7/Judenplatz 11) is tussen 1709 en 1714 gebouwd volgens de plannen van J.B. Fischer von Erlach. De Habsburgse heersers regeerden aanvankelijk vanuit deze kanselarij de Bohemen. Tegenwoordig is het de zetel van een gerechthof.
Von Erlach heeft op een onhandig smal perceel een schitterend paleis weten te verwezenlijken. De zeer plastisch geleden gevel heeft aanvankelijk één enorme barokke portaal als climax. Het rechterportaal is toegevoegd tussen 1751 en 1754 toen de Böhmische Hofkanzlei is vergroot door Matthias Gerl. De stijl van de uitbreiding in de Wipplingerstrasse sluit aan bij de vormgeving van Fischer. Het interieur en de twee binnenplaatsen zijn minder indrukwekkend dan de gevel. Dit is onder andere te wijten aan de beschadiging door bommen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende reconstructie.
Akademie der Wissenschaften (Alte Universität)
De Akademie der Wissenschaften vormt aanvankelijk het centrum van de Alte Universität. Het is voorzien van een indrukwekkende barokgevel. De Aula, het belangrijkste profane rococo-bouwwerk van Wenen, is in 1753 ontworpen door Jean Nicolas Jadot de Ville-Issey. Deze architect is door de Franse rococo-stijl beïnvloed. De voormalige aula is voorzien van een feestzaal met een plafondfresco van Gregorio Guglielmi uit 1755.
Oudste geschiedenis van Wenen | |
De vroege middeleeuwen naar de Romaanse periode in Wenen | |
Weense gotiek | |
renaissance in Wenen | |
Wenen in de zeventiende eeuw | |
Heldenzeitalter | |
Wenen in de negentiende eeuw | |