Wenen in de negentiende eeuw
De eerste decennia van de negentiende eeuw waren erg bewogen. Desondanks groeide Wenen van 232.000 inwoners in 1800 uit tot 318.000 in 1830. Keizer Franz II, de laatste Rooms-Duitse keizer, was in deze periode aan de macht. In 1804 nam hij de titel keizer van Oostenrijk aan en regeerde hij als keizer Franz I verder. Hij voegde tussen 1804 en 1806 alle Habsburgse gebieden, zowel de koninkrijken als de hertogdommen, samen tot één keizerrijk. Vervolgens hief hij in 1806 het Heilige Roomse Rijk op door afstand te doen van de Duits-Roomse Keizertroon. Daaraan voorafgaand hadden de Rijnbond (een vereniging van Zuid- en West-Duitse vorsten) en de naar het oosten oprukkende Napoleon laten weten het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie niet langer te erkennen.
Op 13 november 1805 werd Wenen voor de eerste keer door de Fransen bezet. In 1809 leed Napoleon een nederlaag bij de slag van Aspern, net buiten Wenen. De hoofdstad werd toen tijdelijk bevrijd. De voortslepende oorlogen tegen de Fransen putte de staatskas uit. Om de strijd te beslechten huwelijkte Franz I zijn dochter Marie-Louise aan Napoleon uit. Het huwelijk werd zonder de Franse heerser voltrokken in 1810 in de Augustinerkirche. Tussen 1812 en 1814 werd Napoleon verslagen door Rusland, Pruisen, Engeland en Oostenrijk.
In Wenen vierden Europese vorsten, diplomaten en ander invloedrijke lieden zijn val tijdens de talrijke festiviteiten die het Congres van Wenen (1814-1815) opfleurden. Het onder voorzitterschap van Metternich gehouden congres herstelde de macht van de dynastieën. Het Habsburgerse Huis kreeg delen van Noord-Italië, maar verloor België.
De revolutie van 1848, 1848, Anton Ziegler
De periode tussen 1815 en 1848 wordt de Vormärz genoemd. De Habsburgse keizer (Franz I en vanaf 1835 zijn zoon Ferdinand) en Staatskanselier prins Metternich voerden een autocratisch bewind. De politieke onderdrukking, de beperking van geestelijke vrijheid en de slechte leefomstandigheden van de arbeiders leidden in 1848 tot een demonstratie waarin arbeiders, studenten en middenstanders zich verenigden. De hardhandigheid waarmee de demonstratie werd neergeslagen bracht een grote menigte woedende mensen op straat. Vanuit Wenen verbreidde vervolgens een revolutie door Oostenrijk met het aftreden van keizer Ferdinand I en Metternich als gevolg. Een nieuwe periode van conservatisme volgde onder troonopvolger Franz Jozef (1848-1916). Hij moest echter rekening houden met de burgerij, die zich na de revolutie ontwikkelde tot een belangrijke machtsfactor. Ook kreeg hij te maken met een liberale gemeenteraad. Franz Jozef is tegenwoordig vooral bekend door zijn huwelijk met hertogin Elisabeth (Sisi).
Foto Ringstrasse
In 1850 was het aantal inwoners in het met buitensteden uitgebreide Wenen gestegen tot 431.000. De vraag naar bouwgrond nam enorm toe. Daaraan werd in 1857 voldaan door de vestingmuren te slopen voor de aanleg van de Ringstrasse. Het aanzien van de keizerstad werd door dit project vergroot op het moment dat het keizerrijk in macht inbond. In 1866 ging Zuid-Tirol verloren aan Italië en het daaropvolgende jaar werd de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije in het leven geroepen. Deze constructie was een gevolg van een overeenkomst die zowel meer autonomie voor Hongarije betekende als het behoudt van Hongarije aan het Habsburgse Huis.
De laatste decennia van de negentiende eeuw voltrokken zich veel opmerkelijke gebeurtenissen in Wenen. Daartoe behoort de wereldtentoonstelling van 1873. Door de beurskrach een week na de opening en een cholera-epidemie was er geen sprake van een onverdeeld succes. Met de oprichting van de Weense secession in 1897 beleefde de architectuur, beeldende kunst en toegepaste kunsten een enorme impuls. De Weense Jugendstill nam al snel grootse vormen aan.
Tegen het einde van de negentiende eeuw leed het Habsburgse Huis onder diverse tragische gebeurtenissen. Het dieptepunt vormde de gezamenlijke zelfmoordactie van troonopvolger Rudolf en zijn maîtresse Maria Vetsera in Mayerling in 1889. Zij konden zich niet verzoenen met het strikte hofprotocol. Wenen zelf ontwikkelde zich ondertussen verder tot een waar metropool. In 1890 werden de voorsteden bij de stad getrokken. Rond dezelfde tijd werd de loop van de tot dan toe vaak buiten de oevers tredende Donau verlegd en beheerst door een systeem van kanalen en sluizen. In het laatste decennia van de negentiende eeuw bood de stad onderdak aan 1.365.000 inwoners.
Waar is het negentiende-eeuwse Wenen te beleven?
Aan het einde van de achttiende eeuw en in de eerste decennia van de negentiende eeuw is ondermeer de empire stijl, het neo-classicisme en de romantiek populair. In het Österreichisches Museum für angewandte Kunst zijn toegepaste kunstvoorwerpen in deze en andere stijlen opgenomen. Dit museum biedt onder meer onderdak aan een schitterende Biedermeierzaal. Het Geymüller Schlössl uit 1808 ligt ten noordwesten van Wenen in Pötzleinsdorf. Het is gebouwd voor de rijke bankier Johann Heinrich von Geymüller. Tegenwoordig biedt het onderdak aan een afdeling van het Österreichisches Museum für angewandte Kunst. De collectie wordt gevormd door biedermeier- en empire-meubels.
Ferdinand Georg Waldmüller is de belangrijkste Weense biedermeier schilder
De eerste helft van de negentiende eeuw is vooral bekend als het tijdperk van de Biedermeier ( 1815-1848). Het is een periode van censuur waarin de burgers zich terug trekken in huiselijke kringen. De zogenaamde Biedermeierzimmer oogt vertrouwd en intiem. Kunst en vakwerk spelen daarin een rol. De welgestelde burgers oefenen als kunstkopers invloed uit op het kunstaanbod met soms gezapige werken als gevolg. De biedermeier schilderkunst toont een voorliefde voor burgerlijke taferelen, portretten, stillevens en landschappen. Biedermeier architectuur gaat doorgaans gepaard met functionaliteit en kwalitatief voortreffelijk vakwerk. Doorgaans zijn dergelijke gebouwen voorzien van kleinschalige decoratieve siervormen. Het Dreimäderlhaus uit 1803 is het mooiste biedermeierhuis aan de Schreyvogelgasse. Josef Kornhäusl is de richtinggevende biedermeier architect van Wenen. Hij heeft de Weense Synagoge ontworpen en de Albertina verbouwd. Zijn sobere constructies hebben veel navolging gekend. Hij wordt beschouwd als een voorloper van Adolf Loos. De muziek beleeft hoogtepunten dankzij Johann Strauss Senior, Beethoven en Schubert.
Tot 1848 is de Vormärz-stijl eveneens populair. Het betreft een streng classicisme met vlakke wanden en blokvormige bouwmassa’s. Het Hofbaurat, een staatsorgaan dat tot 1848 de zeggenschap over de openbare architectuur voert stond deze stijl voor. Van 1848 tot 1890 domineert in Wenen de neo-architectuur. Dit uit zich vooral in de Ringstrasse Vienna, het belangrijkste architectonische en stedenbouwkundige project van het negentiende-eeuwse Wenen. In het laatste decennia van de negentiende eeuw is de jugendstil in opmars. De Weense secession is in 1897 opgericht. Deze kunstenaarsvereniging is internationaal gewaardeerd. Tot de belangrijkste leden behoren, Josef Hoffmann, Otto Wagner en Gustav Klimt. Hun werken vormen voor veel bezoekers van Wenen aanleiding tot komst.
Oudste geschiedenis van Wenen | |
De vroege middeleeuwen naar de Romaanse periode in Wenen | |
Weense gotiek | |
renaissance in Wenen | |
Wenen in de zeventiende eeuw | |
Heldenzeitalter | |
Wenen in de negentiende eeuw | |