Santa Maria Maggiore
De geschiedenis van de Santa Maria Maggiore gaat terug tot het pontificaat van paus Liberius (352-366). Volgens de legende is de kerk gebouwd nadat Maria voor paus Liberius verscheen in een droom in de nacht van 4 op 5 augustus 358. Zij droeg de paus op om een kerk voor haar te bouwen op de plaats waar hij de volgende dag sneeuw zou vinden. De volgende ochtend, op een hete zomerdag, viel er sneeuw op de hoogste top van de Esquilijn. Dit zogenaamde wonder van de sneeuw wordt jaarlijks herdacht door een mis waarin witte bloemblaadjes van dahlia’s uit het plafond naar beneden dwarrelen.
Het Mariaheiligdom van paus Liberius is rond 420 vervangen door een grotere kerk. In 440 is deze kerk voltooid onder paus Sixtus III. Het vroegchristelijke karakter van het driedelige schip is goed behouden. Kenmerkend daarvoor is het relatief brede middenschip, de zeer goed behouden opstand van het middenschip en een triomfpoort voor de apsis die de omlijsting vormt voor het altaar. In de daaropvolgende eeuwen volgen verschillende verbouwingen in diverse bouwstijlen. Ook de afwerking, decoraties en de kunstwerken stammen uit ver uiteenlopende perioden in de geschiedenis. Toch vormt de Santa Maria Maggiore een harmonisch geheel.
De opstand van het middenschip met mozaïeken uit de vijfde eeuw boven de architraaf.
Tijdens de verbouwing van 1288 tot 1292 is de apsis herbouwd en een dwarsschip toegevoegd. In 1377 volgde de 75 meter hoge romaanse klokkentoren. Uit de middeleeuwen stamt eveneens de Cosmaten-vloer. Het ontwerp van het vergulde cassetteplafond uit het einde van de vijftiende eeuw wordt toegeschreven aan Giuliano da Sangallo. In de zestiende eeuw zijn de grote overkoepelde kapellen aan de zijbeuken toegevoegd. Carlo Rainaldo heeft in 1673 de apsis herbouwd en voorzien van een twee verdieping tellende barokke siergevel en een hoge trap die er naartoe leidt. De loggia voor de westgevel is in 1743-1750 toegevoegd door Ferdinando Fuga. De moza ïeken van de oude gevel zijn niet aan het zicht onttrokken. Achter de bovenste galerij van het voorportaal bevindt zich een dertiende-eeuwse mozaïek met een afbeelding van het wonder van de sneeuw. In 1750 is Ferdinando Fuga begonnen met een restauratie van het interieur. Het baldakijn boven het hoogaltaar is eveneens door hem ontworpen.
Het voorportaal van Ferdinando Fugo.
De Santa Maria Maggiore is vooral bekend door zijn mozaïeken. In het middenschip, boven de architraaf, bevinden zich mozaïeken uit de vijfde eeuw. Ze illustreren verhalen uit het Oude Testament in 36 door pilasters van elkaar gescheiden beeldvlakken. De mozaïeken op de triomfpoort dateren uit dezelfde tijd. Enkele passages uit de evangeliën over Christus jeugd zijn uitgebeeld. De verlossing door Christus (heilsgebeuren) is het onderliggende onderwerp. Een hoogtepunt van de middeleeuwse mozaïekkunst in Rome vormt het apsismozaïek uit 1295 van de franciscaan Jacopo Torriti. Centraal in het ontwerp staat de kroning van Maria door Christus. De kroning is afgebeeld in een cirkel met een blauwe achtergrond en goudkleurige sterren (hemel). De centrale afbeelding is door rankwerk en engelen omgeven. Links onder staan Petrus, Paulus en Franciscus, voorafgegaan door een knielende paus Nicolaas IV. Deze paus is samen met de knielende persoon aan de rechterzijde, kardinaal Jacopo Colonna opdrachtgever. Achter de kardinaal staan Johannes de Doper, de heilige Jakobus en Antonius.
De Cappella Sistina is tussen 1584 en 1587 aan de rechter zijbeuk gebouwd door Domenico Fontana. De kapel is genaamd naar de opdrachtgever, Paus Sixtus V. Een beeld van de biddende bouwheer benadrukt zijn vroomheid. Pius V is ook in deze kapel begraven. Zijn grafmonument bestaat uit een twee verdiepingen tellende sierwand met in het midden een beeld van Pius V.
Het sacramentsaltaar in de Cappella Sistina
Sixtus V heeft Fontana de opdracht gegeven om Arnolfo di Cambio’s kerstkribbe in de Kapel van de Kribbe op te nemen in de Cappella Sistina. Arnolfo di Cambio (ca. 1240-1302) heeft de Kapel van de Kribbe en de daarin opgestelde beelden ontworpen als entourage voor één van de belangrijkste relikwieën van de kerk, namelijk de kribbe van Bethlehem. Tijdens werkzaamheden onder Fontana is Arnolfo di Cambio’s werk zwaar beschadigd. De beelden van Jozef, de drie wijzen, de os en de ezel hebben de operatie onbeschadigd overleefd. De middeleeuwse ruimte bevindt zich onder het vloerniveau.
De achterkant van de kerk wordt gedomineerd door de koepels van twee enorme kapellen
De Cappella Paolina is ontworpen als pendant van de Cappella Sistina door Flaminio Ponzio voor paus Paulus V Borghese. De koepels van beide kapellen vormen een wezenlijk element van het exterieur. De rijk gedecoreerde familiekapel is na 1611 tot stand gekomen. Flaminio Ponzio heeft ook de grafmonumenten van Paulus V en Clemens VIII ontworpen. Reliëfs verhalen de belangrijkste gebeurtenissen uit het pontificaat van beide Borghese pausen. Het altaarstuk met Madonna en Kind ook wel Salus Populi Romani (heil voor het volk van Rome) genaamd stamt uit de achtste-eeuw. Het is volgens de legende geschilderd door de evangelist Lucas met de hulp van engelen. De decoratieve vergulde lijst is rijkelijk versierd met lapislazuli, agaat, jaspis en amethyst. Links van de Cappella Paolina ligt de Cappella Sforza. Het is naar het ontwerp van Michelangelo uitgevoerd door Giacomo della Porta. Rechts van het altaar staat de tombe van kardinaal Rodriguez. Deze zeer fraaie gotische tombe van Giovanni da Cosma is voorzien van Cosmatenwerk.
![]() |
||